Wat is de betekenis van granaat?

2023-10-01
Woordenboek van eigentijds Nederlands

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

granaat

Het begrip granaat heeft 2 verschillende betekenissen: 1) explosief projectiel. met een explosieve lading gevuld projectiel. 2) rode steensoort. steensoort die meestal doorschijnend en rood of roodbruin van kleur is; rode kristal.

2023-10-01
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

granaat

granaat - Zelfstandignaamwoord 1. (militair) een met springlading gevuld projectiel Er werd zelfs door de demonstranten met granaten gegooid. granaat - Zelfstandignaamwoord 1. (n): (mineraal) een groep kubische mineralen behorende tot de nesosilicaten, meest voorkomen...

Direct toegang tot alle 20 resultaten over granaat?

Word nu vriend van Ensie
2023-10-01
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

granaat

granaat - zelfstandig naamwoord uitspraak: gra-naat 1. klein, ovaal voorwerp dat met springstof gevuld is ♢ de soldaat gooide een granaat naar binnen Zelfstandig naamwoord: gra-naat de granaat de gran...

2023-10-01
Vloeken lexicon

Prof. dr. P.G.J. van Sterkenburg (1997)

granaat

zie bom.

2023-10-01
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Granaat

[v. Lat. granatus = met korrels, van granum = korrel] 1 bep. soort vrucht met vele korrels (granaatappel); 2 bep. soort edelsteen in kleine korrels voorkomend; 3 projectiel met springlading gevuld; granaatkartets, mede met kleine kogels gevulde granaat.

2023-10-01
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Granaat

met springlading gevuld projectiel; edelsteen; boom; appelvormige vrucht

2023-10-01
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Granaat

een projectiel met een dikke stalen wand, gevuld met een springlading. Er zijn echter ook granaten gevuld met gifgassen, brand veroorzakende stoffen, nevel verspreidende en andere chemicaliën, en verder granaten die licht verspreiden.

2023-10-01
De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Granaat

familie van edelstenen gevormd uit mengkristallen. De naam is afgeleid van het Latijnse woord granatum (granaatappel) vanwege de gelijkenis met de zaadjes van de granaatappel. Almandiet, een granaatsoort met dieprode kleur die veel wordt gevonden in Bohemen, wordt het meest gebruikt in sieraden: deze soort wordt ook karbonkel genoemd.

2023-10-01
De vreemde woorden.
woordenboek

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Granaat

donkerrode half-edelsteen; vrucht van de granaatboom ; met ontploffende stof gevuld projectiel.

2023-10-01
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Granaat

s., granaet.

2023-10-01
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Granaat

(...naten), 1. v., granaatappel; 2. m., granaatboom ; 3.v., met een springlading gevuld (thans puntig) projectiel; — ook: handgranaat; —(duizend) bommen en granaten! grappige krachtterm ; 4.m. (als stofn. o., g.mv.), kristallijne delfstof (ook in korrels) die in verschillende kleuren voorkomt en waarvan de meest doorschijnende...

2023-10-01
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Granaat

(1) (Punica granatum), lage boom met dorens, afkomstig uit Voor-Azië, gekweekt in alle subtropische gebieden. De vrucht, granaatappel, is kogelrond, roodbruin. Binnenin talrijke zaden omgeven door sappig zuurzoet vruchtvlees. Smaakt zeer verfrissend. De vruchtschil bevat looistof. Van de bast van wortel en tak (Cotex Granati) wordt een aftreks...

2023-10-01
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

granaat

1 m. rood edelgesteente; vrucht van de granaatboom; 2 v. x met springstof gevuld projectiel (z.d.w.).

2023-10-01
Winkler Prins Encyclopedie

E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)

GRANAAT

(1, plantkunde). Punica Granatum L. is de voornaamste soort van een plantengeslacht uit de familie der Punicaceae. Het is een kleine boom of struik afkomstig uit Voor-Azië en het oostelijke Middellandse-Zeegebied, maar door cultuur over alle subtropische gebieden verspreid (China, Australië, Zuid-Amerika). Uit geschriften de...

2023-10-01
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

granaat

eig. Lat. pomum granatum, appel met pitten, 1. v. granaten (sier- of kasplant met scharlakenrode, foksia-vormige bloemen; Lat. punica granatum, oorspr. uit Klein-Azië; vrucht van de granaat; met kruit gevulde kanonskogel; handgranaat); 2. m. granaten (‘n rode edelsteen; granaatboom); 3. o. stofn. (rood edelgesteente).

2023-10-01
Vreemde woordenboek

S. van Praag (1937)

granaat

m. gering rood edelgesteente; vrucht v. d. granaatboom; projectiel.

2023-10-01
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Granaat

half-edelsteen, zeer hard, kristallijn mineraal, hoofdzakelijk uit kiezelzuur, s.g. ± 4; komt in vele kleuren voor, wordt geslepen als sieraad gebruikt.

2023-10-01
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Granaat

Granaat - verzamelnaam voor mineralen van de alg. formule 3MO, Al2O2. 3SiO2. M is een of meer van de vlg. tweewaardige metalen: calcium (het mineraal heet dan grossulaar), ferro (almandijn), mangaan (spessartijn), magnesium (pyroop). In kalk-granaat kan aluminium bovendien vervangen zijn door ferri (andradiet), of door chroom (uwarowiet). De naam g...

2023-10-01
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

granaat

(gra'na:t) (...naten ; -je) [Lat. granum, korrel, pit] I. v. Eig. roodachtig groene, eetbare appelvormige vrucht met rode zaadkorrels, die groeit aan een Zuideuropese boom met rode fuchsiavormige bloemen. II. m. Metn. die boom (Punica granatum) : de stamt uit Klein-Azië. → III. Metf. 1. m. en o. (als stofnaam) in doorschijnend do...

2023-10-01
Wat is dat? Encyclopedie voor jongeren

P.J.F.H. van de Rivière, R. de Ruyter-van der Feer (1928, 1930 en 1938)

Granaat

Zie: Edelstenen.