Gouwenaar
...
Ontdek ons tijdschrift
en lees alles over taal uit Nederland en Vlaanderen*Zolang de voorraad strekt
Van Dale Uitgevers (1950)
m. (-s), 1. Goudse of lange pijp ; 2. soort van buikloop, in Gouda zo geheten wanneer vreemdelingen ongesteld worden door het drinken van IJselwater ; — (fig.) dat is de gouwenaar, dat is beroerd slecht.
Marc De Coster (2020-2025)
1) (1949) (Barg.) gouden horloge. Betekent ook nog: Goudse lange pijp. • Gouwenaar, gouden horloge. (Maurits Dekker: Amsterdam bij gaslicht. 1949. Woordenlijst achteraan) • Verbaasd kijkt Pelle op en ziet het roodgeaderde gezicht van de veldwachter, die uit zijn bruinbesabbelde gouwenaar grote rookwolken blaast. (Catalijn Claes: Bonte Ha...
Wiktionary (2019)
Gouwenaar - Zelfstandignaamwoord 1. (demoniem) een inwoner van Gouda, of iemand afkomstig uit Gouda Woordherkomst afgeleid van Gouda met het achtervoegsel -enaar
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
m. (-s), 1. →Goudse pijp; 2. soort van buikloop, in Gouda zo geheten wanneer vreemdelingen onwel werden door het drinken van IJsselwater; (fig.) dat is de —, dat is beroerd; 3. naam van een blauwgrijs konijneras.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: