gootwater
(19e eeuw) (inf.) slechte drank (doorgaans thee). Eigenlijk: water uit de dakgoot of uit de gootsteen. • Ze trok een gezicht, toen ze de thee proefde. Het smaakte als gootwater en ze begreep wel hoe lang het water al gekookt moest hebben, waarmee deze thee gezet was. (Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant...