Wat is de betekenis van gootwater?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gootwater

(19e eeuw) (inf.) slechte drank (doorgaans thee). Eigenlijk: water uit de dakgoot of uit de gootsteen. • Ze trok een gezicht, toen ze de thee proefde. Het smaakte als gootwater en ze begreep wel hoe lang het water al gekookt moest hebben, waarmee deze thee gezet was. (Provinciale Noordbrabantsche en ’s Hertogenbossche courant...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gootwater

gootwater - Zelfstandignaamwoord 1. (waterstaat) water uit de goot of afvalwater van de gootsteen 2. (informeel) (drinken) een niet te pruimen bakje koffie Echt gootwater komt, door de goede espressomachines, in de horeca tegenwoordig nauwelijks nog voor, iets waarvoor men echter een ridicuul hoge pr...

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gootwater

o. (water uit de goot, uit de gootsteen, uit de dakgoot); van slechte dranken, sausen: dat lijkt wel gootwater.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gootwater

o. 1. [goot I 2] a. Eig. water uit de straatgoot of gootsteen, b. Metf. slechte drank: van koffie maken. 2. [goot I 3] water uit de dakgoot.

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gootwater

o., 1. water uit de straatgoot of uit de gootsteen; (oneig.) slechte of zeer slappe thee of koffie: ik lust dat — niet; 2. water uit de dakgoot.

2024-04-27
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gootwater

o. water uit de straatgoot, uit den gootsteen; — zeer slappe thee of koffie: ik lust dat gootwater niet.