Wat is de betekenis van Gonococcus?

2025-07-16
Eerste Medisch Systematische Ingerichte Encyclopedie

Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)

Gonococcus

neisseria gonorrhoeae, genoemd naar de ontdekker, de Duitse arts Albert Neisser (1855— 1916), een diplo-coccur (zie aldaar), welke de druiper verwekt, zie gonorrhoea.

2025-07-16
Geneeskundig woordenboek (EN-NL)

dr. mr. W. Schuurmans Stekhoven (1949)

gonococcus

gonococcus, gonococ, gonokok; bijv. nw. gonococcal, gonococcic.

2025-07-16
Populaire Geneeskundige Encyclopaedie

Dr. Ch. Bles (1929)

Gonococcus

ovale bacteriën, meestal twee aan twee vereenigd, met eenigszins afgeplatte zijden naar elkaar gekeerd. Men vindt deze bacteriën in blennorrhagischen etter uit pisbuis, blaas, baarmoeder, scheede of oogen; zij dringen in het protoplasma der etterlichaampjes binnen en zijn de oorzaak der gonorrhoe. G. zijn gemakkelijk te kleuren met methyl...

2025-07-16
Pinkhof geneeskundig woordenboek

Herman Pinkhof (1923)

Gonococcus

de door A. Neisser in 1879 ontdekte bolbacterie, die de verwekker is van den druiper.

2025-07-16
Uitheemsche geneeskunde termen

dr. H. Pinkhof (1923)

Gonocóccus

de door A. Neisser in 1879 ontdekte bolbacterie, die de verwekker is van de druiper.

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gonococcus

Gonococcus - zie DRUIPER.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gonococcus

➝Neisseria.

2025-07-16
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Gonococcus

zie Gonorrhoea.

Gerelateerde zoekopdrachten