Wat is de betekenis van goesting (goeste)?

2025-07-15
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

goesting (goeste)

Lust, trek, zin, smaak; ook: zoveel als men wil, bekomst: zijn goesting eten-, - in enkele zegsw.: ieder zijn goesting, ieder zijn meug; goesting is goesting (ook: koop), over smaak valt niet te twisten; goesting of geen goesting, tegen heug en meug. De enen wilden weg, trokken en sleurden om de anderen mee te kri...