Goedigheid
s., guodlikens.
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v., goede en zachte gezindheid (met gedachte aan toegeeflijkheid); iets uit — doen, uit louter welwillendheid, onverplicht.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
J.H. van Dale (1898)
v. al te groote goedheid, welwillendheid; — (van God) lankmoedigheid; — goedhartigheid, toegeeflijkheid: iets uit goedigheid doen, uit louter welwillendheid, onverplicht; — ’t is eene goedigheid, iets waartoe men allerminst gehouden is, maar dat men zoo goed is wel te doen.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: