Wat is de betekenis van Goedgeloovig?

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Goedgeloovig

bn. (-er, -st), goed van vertrouwen, lichtgeloovig; hij wist door zijne mooie praatjes van verscheidene goedgeloovigen geld te krijgen; — rechtzinnig in de leer, orthodox.

Gerelateerde zoekopdrachten