godswil
zie naam, wil.
J. van Donselaar (1936)
: met Godswil, als God het wil, Deo Volente. Als ik koningin van Suriname was, zou ik voor iedereen een huis laten bouwen. Maar helaas weet ik nog niet met Godswil of ik vandaag of morgen doodga... (Doelwijt 1971: 11). - Etym.: Bij Rappa (1984: 128) met Gods wil.
Jozef Verschueren (1930)
m. 1. wil van God. II.om - 1. gebezigd om iemand te bezweren iets te doen of na te laten: zwijg om -. 2. uitroep van verwondering: hoe is 't om mogelijk! 3. kosteloos, om niet: om geven. Syn. gratis, pro Deo.
J.H. van Dale (1898)
GODSWIL (OM), bw. uitdr. ter wille, ter liefde van God, om Gode welgevallig te zijn om Godswil, een kleinigheid, Meneer (smeekbede van een bedelaar); — het is wel besteed, wat men om Godswil geeft, wat men aan de armen wegschenkt; — (Zuidn.) om Godswil gaan, gaan bedelen; — zonder loon, kosteloos, om niet: eene vrouw neemt geen...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: