Wat is de betekenis van gladiool?

2024-04-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gladiool

1) (1997) (garagisten) gladde autoband. • Gladiool (m.) Gladde band. 'Moet je kijken! Die achtpitter rijdt op z'n gladiolen.' (NRC Handelsblad, 06/02/1997) 2) (1986) (scheldw.) meestal in verbindingen zoals 'achterlijke gladiool': dwaas, stommeling, en 'lollige gladiool': een scheldwoord dat in...

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gladiool

gladiool - Zelfstandignaamwoord 1. (plantkunde) Gladiolus sp. een bolgewas uit de Irisfamilie met zwaardvormige bladen en gekleurde bloemen 2. dwaas, stommeling Synoniemen gladiolus, zwaardlelie

2024-04-28
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

gladiool

(meestal in verbindingen zoals achterlijke gladiool) dwaas, stommeling. Lollige gladiool is een scheldwoord dat in Amsterdam vaak wordt geroepen tegen een trambestuurder wanneer deze aanhoudend zit te bellen achter een linksafslaande auto die moet wachten op het verkeer van de andere kant. Het invectief werd al gesignaleerd in 1986 door de Literatu...

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gladiool

[Lat. gladiolus = eig.: verklw. van gladius = zwaard] zwaardlelie.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gladiool

(gladiolus) zwaardlelie

2024-04-28
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Gladiool

Een knolgewas, behorende tot de lam. der Iridaceae, inheems in Z. Air. en landen rondom het O. deel der Middell. Zee. Het is het belangrijkste bijgoed-artikel. Beplante oppervlakte in 1951 ca 2100 ha.De g. worden in 2 groepen verdeeld: de kleinbloemige of vroegbloeiende soorten en de grootbloemige of laatbloeiende. Van de eerstgenoemde groep zijn...

2024-04-28
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gladiool

s., gladioal.

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gladiool

v. (gladiolen; -tje) zwaardlelie.