Wat is de betekenis van Gildemeester?

2025-07-15
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)

2025-07-15
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gildemeester

gildemeester - Zelfstandignaamwoord 1. (geschiedenis) (beroep) overste, deken van een gilde Woordherkomst samenstelling van gilde en meester

2025-07-15
XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gildemeester

Gildemeester - Gildemeester, Jan (1704-1779), lid van een vooraanstaand regentengeslacht in A., kwam als 13-jarige jongen op het A'damse assuradeurskantoor van zijn oom Daniël. In 1720 werd hij naar Lissabon gezonden om zich in de handel te bekwamen. Terug in A. begon hij in 1728 een eigen zaak en op 28 sept. 1732 trouwde hij met Maria Ketter. Zij...

2025-07-15
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gildemeester

m. -s (deken v. h. gild).

2025-07-15
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Gildemeester

Gildemeester - (F. van Gheel), geb. 1855, oudste dienstdoende pred. der Ned. Herv. Gemeente te ’s-Gravenhage, pred. te Wilhelminadorp 1878, Dalfsen 1881, ’s-Gravenhage 1881, medeoprichter van de Theol. Studiën 1 (1883) v., vooral bekend als homileet, dankbaar maar zelfstandig leerling van J. J. v. Oosterzee. Meer dan op de wetenschap legt hij zich...

2025-07-15
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gildemeester

m. (-s), deken van een gilde.