Wat is de betekenis van Gij zit daar mooi te koekeloeren.?

2025-07-27
Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal

P. J. Harrebomée (1858)

Gij zit daar mooi te koekeloeren.

[Wanneer iemand eene zeer donkere kamer tot zijne verblijfplaats heeft, en volstrekt geen uitzigt, of in het algemeen: wanneer hij een eenzaam werkeloos leven leidt, dan zegt men, dat hij daar mooi zit te koekeloeren. Het geluid, dat de hanen maken, heet bepaaldelijk koekeloeren, en beteekent eigentlijk: heimelijk loeren. Dit zal aanleiding tot de...

Gerelateerde zoekopdrachten