gezelschap
(1901) (Vlaanderen, euf.) luizen. Syn.: bondgenoten*; lichte cavalerie*; familie*; huisdieren*; kinnef*; ongemak*; verwanten*. • Jan heeft gezelschap (luizen). (Biekorf. Volume 12. 1901) • Hij heeft gezelschap: ongedierte. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)