Wat is de betekenis van Gezelschap?

2024-03-28
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

gezelschap

(1901) (Vlaanderen, euf.) luizen. Syn.: bondgenoten*; lichte cavalerie*; familie*; huisdieren*; kinnef*; ongemak*; verwanten*. • Jan heeft gezelschap (luizen). (Biekorf. Volume 12. 1901) • Hij heeft gezelschap: ongedierte. (H. Mullebrouck: Vlaamse volkstaal. 1984)

2024-03-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gezelschap

gezelschap - Zelfstandignaamwoord 1. een groep mensen die iets gemeen hebben Het hele gezelschap was gezellig op skivakantie. 2. iemand ~ houden': bij iemand blijven die anders alleen zou zijn Ik kan je niet langer gezelschap houden, ik moet naar m...

2024-03-28
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gezelschap

gezelschap - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-zel-schap 1. groep mensen die samen iets doen ♢ het gezelschap ging de Zaanse Schans bekijken 2. het samenzijn met anderen ♢ wie houdt oma vanavo...

Wil je toegang tot alle 15 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-03-28
Dromen encyclopedie

Fink (1998)

Gezelschap

Wie gezelschap opzoekt, wil misschien in de waaktoestand niet meer zo eenzaam zijn, zich tegenover andere mensen uiten om psychische beklemming te boven te komen. Oude Egyptische droomonderzoekers legden dit natuurlijk anders uit: Degene die zichzelf als een gast van een gezelschap ziet, zou in verwarrende omstandigheden terechtkomen. (Zie ook &lsq...