gezeglijk
inschikkelijk; gehoorzaam. geneigd zich iets te laten gezeggen; geneigd het advies of het bevel van iemand op te volgen; inschikkelijk; volgzaam; gehoorzaam. Voorbeelden: Ik was vroeger een onderhoudend man, dacht hij, toegewijd, gezeglijk, niet gedwee, ook niet allergemakkelijkst, maar dat hoef je niet te zijn. Aster Berkhof, Ver...