gezapig
gezapig - Bijvoeglijk naamwoord 1. rustig, bedaard, saai, kalm (maar vaak in de betekenis van te rustig, te bedaard, te saai) ♢ Hij was geboren in het gezapige dorpje aan de Maas. Woordherkomst afgeleid van sap met het voorvoegsel ge- en met het achtervoegsel -ig