Wat is de betekenis van gezantschap?

gezantschap - Zelfstandignaamwoord 1. het ambt van gezant 2. een diplomatieke vertegenwoordiging bestaande uit een gezant met al de hem toegevoegde personen 3. gebouw van een legatie Woordherkomst afgeleid van gezant met het achtervoegsel -schap Synoniemen legatie Verwante begrippen ambassade

s.n., gesantskip (it).

o. in bet. 3 gezantschappen (het ambt van gezant; het sturen van een of meer personen met een bepaald staatkundig doel; de gezant [of: gezanten] met de hem [of: hun] toegevoegde personen); zie ambassade.

(gə’zantschap) o. (-pen) I. Eig. 1. zending als → gezant (1 a). 2. ambt van → gezant (1 b). II. Metn. 1. → gezant (1 b) met toegevoegd personeel. 2. gebouw van een gezantschap (II 1).

o. (-pen), 1. het ambt van gezant; 2. staatkundige zending: Coenraad van Beuningen nam deel aan verscheidene gezantschappen; 3. de gezant (of gezanten) met al de hun toegevoegde personen: het — van de sultan werd schitterend ontvangen; 4. de gezant aan een vreemd hof metzijn onderhorigen, ambassade, legatie: ons te Parijs; 5. gebouw van ee...

GEZANTSCHAP, o. (-pen), het ambt van gezant; eene staatkundige zending: Koenraad van Beuningen nam deel aan verscheidene gezantschappen; — de gezant (of gezanten) met al de hun toegevoegde personen het gezantschap van den Sultan werd schitterend ontvangen; — de gezant aan een vreemd hof met zijne onderhoorigen, ambassade, legatie ons g...

...

...

...