Gesten, Gisten
Gesten, Gisten, ow. gel. (het gestte, heeft gegest), opbruisen, in beweging zijn (van bier, wijn enz.); (fig.) de gemoederen zijn aan het gisten, er heerscht beweging of misnoegen onder het volk.
I.M. Calisch (1864)
Gesten, Gisten, ow. gel. (het gestte, heeft gegest), opbruisen, in beweging zijn (van bier, wijn enz.); (fig.) de gemoederen zijn aan het gisten, er heerscht beweging of misnoegen onder het volk.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: