Wat is de betekenis van gesluierd?

2024-04-28
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gesluierd

gesluierd - Bijvoeglijk naamwoord 1. van met name vrouwen, dat iemand een hoofddoek draagt Welnu, het is wellicht moeilijk om dit te bevatten in de huidige overgeseksualiseerde samenleving, maar er zijn moslimvrouwen die opzettelijk gesluierd zijn, mannen geen hand geven, niet naar plekken gaan waar...

2024-04-28
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gesluierd

bn. (een sluier dragende; met een sluier bedekt): gesluierde dames; fig. een gesluierd landschap, beneveld, vol nevel, mist.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gesluierd

(gə'sluiərt) bn. 1. een sluier dragend: een -e bruid. 2. beneveld : een landschap. 3. onbekend : is de dag van morgen. 4. Fot. niet geheel helder meer: die plaat is -.

2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gesluierd

bn., 1. een sluier dragend, door een sluier bedekt; 2. (oneig.) door een wazige nevel bedekt, heiig; het landschap is —; (fotografie) een gesluierde opname, waarvan het negatief door chemische werkingen bij het ontwikkelen als met een sluier bedekt is.

2024-04-28
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gesluierd

GESLUIERD, bn. een sluier dragende, door een sluier bedekt; (fig.) (van de toekomst) gesluierd is de dag van morgen; — door een wazigen nevel bedekt, heiig: het landschap is gesluierd; — (phot.) die plaat is gestuurd, niet volkomen helder meer; — (nat. hist.) met een sluier de gesluierde kop van den uil.

2024-04-28
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)