Wat is de betekenis van geraakt?

geraakt - Werkwoord 1. voltooid deelwoord van raken geraakt - Werkwoord 1. tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geraken ♢ Jij geraakt 2. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geraken ♢ Hij geraakt 3. verouderde gebiedende wijs...

geraakt - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: ge-raakt 1. met een gekwetst en boos gevoel ♢ ze is erg gauw geraakt hoor! Bijvoeglijk naamwoord: ge-raakt de/het geraakte ... Synoniemen beledigd

adj., rekke, stikelich, nitelich nip(p)el, oanbaernd, evelich, lêbbich; hij was —, de boarstels stiene him oerein.

bn. (beledigd, geërgerd, boos, verstoord, stekelig): zij was blijkbaar geraakt; mijnheer! antwoordde het weeuwtje geraakt; Z.-N. van de vorst geraakt zijn, licht bevroren.

(gə'ra:kt) bn. en bw. (-er, -st) 1. Wapenk. omringd door stukken die met één punt raken : een schild met -e ring. 2. beledigd, geërgerd, boos : zij was, voelde zich -; op -e toon. 3. Gew. door een beroerte getroffen.

bn. (-er, -st), in het gevoel van eigenwaarde getroffen, beledigd, verstoord: zij was blijkbaar over zijn onbeleefdheid; hij antwoordde op geraakte toon.

...

GERAAKT, bn. (-er. -st), beleedigd verstoord, boos zij was blijkbaar geraakt over zijne onbeleefdheid; hij antwoordde op geraakten toon; — (gew.) door eene beroerte getroffen, verlamd.

...