gekskap
v. -kappen 1. (narrenkap, zotskap); 2. m. en v. -kappen (nar, zot, zottin).
Jozef Verschueren (1930)
(-pen; -je) 1. v. Eig. bonte met belletjes versierde kap van een nar. 2. m. en v. Metn. gek(kin), zot(tin).
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)
v./m. (-pen), 1. de bonte, veelal met bellen versierde kap, die de gekken of narren droegen, zotskap, narrenkap; 2. (metonymisch) nar; bij uitbreiding gek, gekkin, zot of zottin, zotskap.
J.H. van Dale (1898)
GEKSKAP, v. (-pen), (veroud.) de bonte, veelal met bellen versierde kap, welke de gekken of narren droegen, zotskap, narrenkap; (veroud.) de gekskap en de keuvel kwellen hem, hij draagt de kenteekenen van een gek of nar, hij is een dwaas; —, m. en v. (fig.) (eigenl.) de nar (aldus genoemd naar de bonte kap, waarmede hij getooid was); (overdr....
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: