Wat is de betekenis van geil(ig)heid?

2024-04-30
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

geil(ig)heid

geil(ig)heid - het geil zijn. Hier (in de clitoris) heeft zij haar hevigste kittelingen gesteld en een zitplaats voor de vrouwelijke geilheid, Eros’ L. 84 [18e e.]. Samen rolden we over de grond, ze hijgde van geiligheid, RvzR. 59 [1972].