gehandschoend
voorzien van een handschoen of handschoenen. voorzien van een handschoen of handschoenen; omhuld met een handschoen of handschoenen; met een handschoen of handschoenen. Voorbeelden: In de vakantie reed oom ons gehandschoend naar zee, waar de familie een strandhut huurde. Lut Ureel, De lange geboorte, 1977 Hij probeerde om de...