Wat is de betekenis van Geef?

2024-04-29
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

geef

geef - Zelfstandignaamwoord 1. te ~ (vrijwel) kosteloos Dat is zo goedkoop, dat is te geef! geef - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van geven ♢ Ik geef 2. gebiedende wijs van geven ...

2024-04-29
Brabants Handwoordenboek

Prof. dr. Jos Swanenberg (2015)

gèèf

(bn) mooi, goed, flink WB.

2024-04-29
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Geef

te —, to jow, forgees; bijna te —, foar (in) grypstehealstûr.

2024-04-29
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

geef

m. (het geven): zegsw.: hij is van Kleef, hij houdt meer van de heb dan van de geef; bw. uitdrukking: te geef, om niet, spotgoedkoop.

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

geef

m. het geven, alleen in de uitdrukking: te -, voor, om niet, gratis; iets te hebben; dat is te -. ➝ kleef.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

geef

m., 1. het geven; (spr.) hij is van Kleef, hij houdt meer van de heb dan van de —, hij houdt meer van hebben dan van geven; 2. te -, bijw. uitdrukking, voor niet, om niet: oude kasten, die op de verkopingen bijna te — en als brandhout verkocht worden; bijzonder goedkoop: het is schandekoop, waarlijk het is te —.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Geef

GEEF, m. (spr.) hij is van Kleef, hij houdt meer van den heb, dan van den geef, hij houdt meer van hebben, dan van geven; — zijn deel te geef of te neem stellen, (in het vroegere rechtswezen, in betrekking tot goed dat twee personen gemeenschappelijk in eigendom hebben of bezitten, en waarvan aan elk van beiden een gelijk deel toekomt) zijn d...

Wil je toegang tot alle 10 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)