Wat is de betekenis van gedeelte?

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gedeelte

gedeelte - Zelfstandignaamwoord 1. minder dan het geheel Hij heeft een gedeelte van het werk mee naar huis genomen. Woordherkomst Afgeleid van het voltooid deelwoord van delen met het achtervoegsel -te. Naamwoord van handeling van delen met het omvoegsel ge- -te dat een verzameling...

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

gedeelte

gedeelte - zelfstandig naamwoord uitspraak: ge-deel-te 1. wat kleiner is dan het totaal ♢ in welk gedeelte van de trein wil je zitten? Zelfstandig naamwoord: ge-deel-te het gedeelte de g...

2024-04-26
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

gedeelte

deel, stuk.

2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Gedeelte

s.n., diel (it), deel (it), part (it) ein (it), stik (it).

2024-04-26
Woordenboek Nederlands-Turks

Mehmet Kiriş (2024)

2024-04-26
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gedeelte

o. -n (deel van een samenhangend geheel; stuk): hij verloor een groot gedeelte van zijn vermogen; voor een gedeelte; bij gedeelten nabetalen.

2024-04-26
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gedeelte

o. (-n, -s) deel van een samenhangend geheel: een van zijn bezit; bij -n verkopen; voor een groot -. Syn. ➝ aandeel.

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gedeelte

o. (-n, -s), deel van een samenhangend geheel (stoffelijk of onstoffelijk, ruimtelijk, ook collectief), meestal niet als iets zelfstandigs beschouwd; stuk tegenover het geheel of de andere delen ervan: het bovenste, achterste —; het beste — van iets; het derde — van zijn vermogen, een derde; voor het grootste —, bijw. zegsw....

Wil je toegang tot alle 14 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Etymologisch Woordenboek

Amsterdam University Press (2024)