Wat is de betekenis van gebenedijd?

2025-07-16
Onze Taal Woordpost

Genootschap Onze Taal (2020)

GEBENEDIJD

UIT: Onze redactrice is twee dagen lang solidair met Elio Di Rupo, en zwijgt (Kim Maeseele, Het Nieuwsblad, 3 juni 2011) CONTEXT: Ik praat graag, z��r graag. Ik hou ervan om het uit te leggen, uitgebreid en aan al wie het wil horen. Hoe houdt iemand het dan in godsnaam vol om een week lang geen GEBENEDIJD woord te zeggen? : (hier, in combinatie m...

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gebenedijd

gebenedijd - Bijvoeglijk naamwoord 1. gezegend, geloofd Woordherkomst Naamwoord van handeling benedijen

2025-07-16
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

gebenedijd

- geen gebenedijd woord, geen stom woord. Laurent sprak op dat ogenblik geen gebenedijd woord Nederlands en hij voelde zich er dan ook behoorlijk eenzaam en ongelukkig. - DS, 19-12-2002.

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Gebenedijd

bn & bw [zie benedictie] gezegend.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Gebenedijd

gezegend

2025-07-16
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

gebenedijd

Als versterking in de verb. geen gebenedijd woord (spreken, er van snappen e.d.), geen klap, niets. Zij eisten de afstelling van de Waalse rector, wegens stompzinnigheid, daar hij reeds twintig jaar Vlaams leerde en er nog altijd geen gebenedijd woord van snapte, LEBEAU 1961, 89. Ik zat in de kerk te luisteren naar een brief die werd...

2025-07-16
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gebenedijd

(gəbenə'dijt) bn. versterking bij een ontkenning: geen woord kwam eruit.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gebenedijd

[→Lat.], bn., 1. gezegend; 2. (gew.) geen – woord, geen stom woord.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Etymologisch Woordenboek

Instituut voor de Nederlandse taal

gebenedijd

gebenedijd bn. 'gezegend' categorie: geleed woord, leenwoord Mnl. gebenedijt 'gezegend, geloofd' [1265-70; CG II, Lut.K]; andere vormen van het ww. in dat ú got muote benedien 'dat God u moge zegenen' [1220-40; CG II, Aiol], dies si gebenendyet gods sone 'daarom zij Gods zoon geloofd' [1276-1300; CG II, Lut.A]....