garnieren
(garnierde, gegarnierd) garneren, versieren, opmaken. Dan flink opschudden in een met ijs.gevulde shaker en in een glas gieten, garnieren met een citroenschijfje of een olijf. - DM, 03-05-2002. meubileren.
Peter Bakema (2003)
(garnierde, gegarnierd) garneren, versieren, opmaken. Dan flink opschudden in een met ijs.gevulde shaker en in een glas gieten, garnieren met een citroenschijfje of een olijf. - DM, 03-05-2002. meubileren.
Walter De Clerck (1981)
(Iets) versieren, opmaken; (een japon, een schotel) garneren; - (fauteuils e.d.) opnieuw bekleden; ook: (een woning) meubileren. ’s Morgens was dat mandeke nog echt ouderwets gegarnierd, met... wat chocolade... , twee appelsienen, wat zilveren suikerbonen en een marsepeinen schip met drie papieren vlaggetjes, LIA TIMMERMANS 1962, 81. Tante h...
M. J. Koenen's (1937)
(Fr. garnir: voorzien van, bezetten met; opsieren; omzomen; voeren; van oplegsels voorzien b.v. een kledingstuk, bezetten met kant, fluweel enz.; van schotels: met toespijzen opmaken): een kleed, japon garnieren; een schotel garnieren.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: