Wat is de betekenis van Garage?

2024-04-27
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

garage

1) (1997) (plat) vrouwelijk geslachtsdeel. • Wat was dat lekker, Jezus! Wat had die griet een garage, ze was al honderd jaar geen maagd meer. (Sytze van der Zee: Potgieterlaan 7. 1997) 2) (1988) (muz.) (naar de Paradise Garage, een New Yorkse gay-club waar dit soort muziek gespeeld werd), New Yorkse vocale variant van house...

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

garage

garage - Zelfstandignaamwoord 1. een overdekte autostalling Zet je fiets even in de garage. 2. een bedrijf dat reparatieservices aan motorvoertuigen verricht Je moet die kapotte auto nu toch echt naar de garage brengen. Woordherkomst va...

2024-04-27
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

garage

garage - zelfstandig naamwoord uitspraak: ga-ra-ge 1. stalling voor auto ♢ de auto staat in de garage 2. plaats waar auto's gerepareerd worden ♢ mijn auto moet naar de garage Zelfstan...

2024-04-27
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Garage

(naar de Paradise Garage, een New Yorkse gay-club waar dit soort muziek gespeeld werd), New Yorkse vocale variant van house (muziek) met soul-ingrediënten, vooral in de manier van zingen, en een luid, energiek en ongepolijst geluid. Sinds ca. 1988. → garagerock. Het begrip ‘garage’ dook voor het eerst op in Engeland, zo’n anderhalf jaar geleden. En...

2024-04-27
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Garage

bedrijf met reparatiewerkplaats; stalling voor (motorrijtuigen

2024-04-27
Art & Architecture Thesaurus

Getty Research Institute (1990)

garage

garage - Gebruik voor gebouwen of delen van gebouwen waar motorvoertuigen worden geparkeerd of gehuisvest, meestal tijdelijk; gebruik 'benzinestations' voor gebouwen waar benzine, smeeroliën en andere koopwaar voor motorvoertuigen worden verkocht.

2024-04-27
Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Garage

bergplaats voor automobielen. In de grote steden worden steeds meer parkeergarages van verscheidene verdiepingen gebouwd met liften of opritten die vaak zelfs tot op het dak voeren. Parkeergarages worden ook wel ondergronds aangelegd.

2024-04-27
Surinaams woordenboek

J. van Donselaar (1936)

garage

(de), garages (mv.), (ook:) gebit waaraan tanden ontbreken (vooral gezegd door kinderen m.b.t. kinderen die aan het wisselen zijn). Je hebt een garage! of Je hebt garages! Etym.: Heeft betrekking op de gelijkenis van een opening met een openstaande garage.

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-27
Zuid-afrikaans woordenboek

H.J. Terblanche - M.A., D. Litt

garage

motorhuis; motorhawe.