Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Gepubliceerd op 08-06-2017

Garage

betekenis & definitie

(naar de Paradise Garage, een New Yorkse gay-club waar dit soort muziek gespeeld werd), New Yorkse vocale variant van house (muziek) met soul-ingrediënten, vooral in de manier van zingen, en een luid, energiek en ongepolijst geluid. Sinds ca. 1988. → garagerock.

Het begrip ‘garage’ dook voor het eerst op in Engeland, zo’n anderhalf jaar geleden. Engelse hitmakers als M/A/R/S/S, Bomb The Bass en S’Express pluimden toen zonder scrupules het disco-repertoire uit de jaren ’70. Aldus begonnen bepaalde clubs de originele nummers opnieuw in hun programmatic op te nemen, nummers die een verpletterend succes kenden ten tijde van het ‘Saturday Night Fever’-syndroom. Net op dat moment daalde echter ook de grote acid-wolk over Londen neer, en de prille garage-stroming werd daar volledig overschaduwd. De terugkeer van Smiley luidde de revival van de seventies in, maar garage als dus-danig kwam nog niet aan bod. Fabiola, mei 1989

Garage is de soulvolle variant van house-muziek die het afgelopen jaar zich met succes uit de underground omhoog heeft gewerkt. Oor, 18-11-89

Amerikaanse garage, de (Newyorkse) vocale house, is in Nederland altijd in de schaduw gebleven van populaire stijlen als ‘mellow’ of ‘hardcore’. de Volkskrant, 09-12-94