Wat is de betekenis van game?

(zelfstandig naamwoord) [alg.] computerspel, schermspel, videospel - Een schermspel houdt de koters zoet als pa en ma 's avonds bijkomen van hun drukke baan. [tennis] speldeel - De opslagbeurt rouleert per speldeel.

game - Zelfstandignaamwoord 1. (sport) een onderdeel van een wedstrijd ♢ Diegene die de meeste games wint, is doorgaans de winnaar van de wedstrijd. 2. een videospel game - Werkwoord 1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van gamen ♢ Ik game...

game - zelfstandig naamwoord uitspraak: gkeem 1. spel dat op de computer gespeeld wordt ♢ bij deze nieuwe game moet de speler een schat ontdekken 2. ronde binnen een set van een tennispartij ♢ in de ee...

[Eng.] 1 spel; (tennis) deel van partij; 2 jaagwild.

spelronde in een tenniswedstrijd

Letterlijk vertaald: spel (in de telling behaalt men een game na een bepaald aantal punten).

spel.

I. spel; spelletje; partij [biljart]; wild; none of your games!, geen kunsten!; have a game of..., een spelletje... doen; have the game in one’s (own) hands, gewonnen spel hebben; I (don't) know his game, ik weet (niet), wat hij in zijn schild voert; make game of him, hem voor de mal houden; the game is up, het spel is verloren, het is m...

...