Wat is de betekenis van gadeloos?

2024-04-27
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

gadeloos

gadeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder weerga, geweldig Het was een gadeloos optreden dat wij hebben mogen meemaken. Woordherkomst afgeleid van gade met het achtervoegsel -loos Synoniemen weergaloos

2024-04-27
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

gadeloos

bn. (zonder gade, in bet. 1: weergaloos, enig): Gods gadeloze goedheid.

2024-04-27
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

gadeloos

bn. (...loze) en bw. Verh. zonder gade: een ...loze vreugd. Syn. weergaloos.

2024-04-27
Groot woordenboek der Nederlandsche taal

J.H. van Dale (1898)

Gadeloos

GADELOOS, GALOOS, bn. zonder gade of echtgenoot; ongepaard: vroeger werd de ongepaarde borstader gaddooze of paarlooze geheeten; — (deftig voor) weergaloos, ongeëvenaard, eenig in hunne soort: Gods gadelooze goedheid; 't gadeloos penseel van Rembrandt; — onschatbaar; geleerdheid strekt op aarde een gadeloos gewin. GADELOOSHEI...