gadeloos
gadeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder weerga, geweldig ♢ Het was een gadeloos optreden dat wij hebben mogen meemaken. Woordherkomst afgeleid van gade met het achtervoegsel -loos Synoniemen weergaloos
Wiktionary (2019)
gadeloos - Bijvoeglijk naamwoord 1. zonder weerga, geweldig ♢ Het was een gadeloos optreden dat wij hebben mogen meemaken. Woordherkomst afgeleid van gade met het achtervoegsel -loos Synoniemen weergaloos
J.H. van Dale (1898)
GADELOOS, GALOOS, bn. zonder gade of echtgenoot; ongepaard: vroeger werd de ongepaarde borstader gaddooze of paarlooze geheeten; — (deftig voor) weergaloos, ongeëvenaard, eenig in hunne soort: Gods gadelooze goedheid; 't gadeloos penseel van Rembrandt; — onschatbaar; geleerdheid strekt op aarde een gadeloos gewin. GADELOOSHEI...
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: