Wat is de betekenis van gaaf (ongeschonden)?

2024-04-26
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

gaaf (ongeschonden)

bn. en bw. (gaver, -st), 1. ongeschonden, onbeschadigd: — porselein; een gave stam; alles — blad; zonder gebrek: het kind werd — geboren; niet bedorven: een gave appel; — Nederlands, zonder fouten, m.n. zonder barbarismen; de gave gulden, die nog zijn volle waarde heeft; 2. ongeschonden, volledig; een — gebit; een &mda...