Wat is de betekenis van Funk?

2025-07-16
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

funk

funk - Zelfstandignaamwoord 1. (muziek) uit rhythm-and-blues ontwikkelde dansmuziek, gekenmerkt door staccato samenspel tussen percussie, baslijnen, slaggitaren en blaasinstrumenten en het benadrukken van de eerste noot van de maat door de ritmesectie Daar kwam hij in aanraking met zwarte jongens die net al...

2025-07-16
Jargon & Slang van Muzikanten

Marc De Coster (2017)

Funk

Funk - (Eng.) sensuele dansmuziek met een agressief basritme; mengeling van soul, blues, gospel en hard-bop. De term is van Westafrikaanse oorsprong. Hot funk: zeer krachtige funk. P-funk: pure funk, gelanceerd door George Clinton. P-Funk is het kreunen en gillen uit de oertijd, toen de mensen nog geen taal of alfabet ter beschikking hadden. Als...

2025-07-16
Popmuziek Encyclopedie

Jan van der Plas & Mike Schepers (2003)

Funk

Gesyncopeerde, strak gespeelde dansmuziek, eind jaren zestig voortgekomen uit een samengaan van eerdere zwarte muziek- vormen als jazz, rhythm & blues en soul. Het ritme, vastgelegd in de groove, en met een hoofdrol voor de basgitaar, is allesoverheersend. Voorbeelden: James Brown, George Clinton, The Commodores, Earth, Wind & Fire, Koo...

2025-07-16
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Funk

[Am.] ritmische muziek, gekenmerkt door gesyncopeerde staccato partijen (drum-, bas-, gitaar- en toetspartijen), vaak met blazers.

2025-07-16
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Funk

popmuziek

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie supplement

Oosthoek (1972)

Funk

[<Eng. to funk, niet aandurven], v./m. (g. mv.), term uit de jaren vijftig, zestig en zeventig gebruikt in de muziek en in de beeldende kunst. © MUZIEK. In de jaren vijftig werd in de muziek met de term funk een vorm van → be-bop aangeduid, die sterk was beïnvloed door de → gospel-music en → rhythm and blues. De in de ja...

2025-07-16
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

funk

I. angst; bangerd; II. bang zijn; III. funk it, bang zijn, niet (aan)durven.

2025-07-16
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Funk

omroep, radio, draadloze telegrafie.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2025-07-16
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Funk

Funk - Frans Xaver von, Duitsch priester en kerkgeschiedschrijver; * 1840 te Abtsgmünd in Wurttemberg, † 1907 te Tübingen. Na zijn studiën te Tübingen, Rothenburg en Parijs werd hij in 1870 benoemd tot prof. in de godgeleerdheid en de oudheidkunde te Tübingen. Als historicus behandelde hij vnl. de eerste periode der...