Gepubliceerd op 17-01-2021

Funk

betekenis & definitie

[<Eng. to funk, niet aandurven], v./m. (g. mv.), term uit de jaren vijftig, zestig en zeventig gebruikt in de muziek en in de beeldende kunst.

© MUZIEK. In de jaren vijftig werd in de muziek met de term funk een vorm van → be-bop aangeduid, die sterk was beïnvloed door de → gospel-music en → rhythm and blues. De in de jaren zestig ontstane vocale vorm van de → soul onderging in sterke mate de invloed van bovengenoemde, veelal instrumentale jazzvorm. Onder funk werd in de jaren zeventig de vocaal-instrumentale voortzetting van deze soul verstaan, die o.a. ten gehore wordt gebracht door Earth, Wind and Fire.

BEELDENDEKUNST De beeldende kunst die men in de jaren zestig funk noemde, was veelal driedimensionaal, symbolisch, bizar, evocatief en (soms) ironisch. Deze kunst toonde vaak verwantschap met het→ dadaïsme en het→ surrealisme, omdat ook hier alles mogelijk en niets waarschijnlijk is. Funk maakte zich niet druk om de publieke opinie, de gangbare moraal, wilde zeer zeker geen boodschap uitdragen, maar bracht een geheel eigen wereld naar voren, waarin het absurde en het plezier op een nieuwe wijze werden beklemtoond. LITT. Cat. tent. Funk, universiteit van Californië, Berkeley (1967); cat. tent.

Op losse schroeven, Stedelijk Museum, Amsterdam (1969); cat. tent. When attitudes become form, Kunsthalle, Bern (1969).

< >