Wat is de betekenis van fund?

2024-04-29
Op-en-top Nederlands

Frens Bakker, Els Ruijsendaal, Paul Uljé, Dick van Zijderveld (2022)

fund

(zelfstandig naamwoord) [alg.] stichting [alg.] beleggingsfonds, fonds

2024-04-29
Financieel Woordenboek

Frits Conijn & R.M. van Poll (2003)

fund

fund - Engelse term voor een beleggingsfonds of andere beleggingsinstelling.

2024-04-29
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Fund

[Eng.] beleggingsfonds.

2024-04-29
Woordenboek Engels (EN-NL)

Dr. F.P.H. van Wely (1951)

fund

1. fonds; voorraad; funds, 2. kapitaal, geld, contanten; 3. staatspapieren; in funds, (goed) bij kas; 4. in staatspapieren beleggen; 5. funderen, consolideren

2024-04-29
Duits woordenboek (DU-NL)

Dr. H. W. J. Kroes (1951)

Fund

vondst.

2024-04-29
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fund

[Eng., fonds], o. (-s), een niet in NV-vorm georganiseerde vorm van beleggingstrusts, vooral in de VS sterk verbreid, maar ook in Europa.

2024-04-29
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-29
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)