functie (funktie)
In de verb. in functie van (zelden na functie van) (gall., naar fr. en fonction de), in versch. nuances: naar gelang van, afhankelijk van, op grond van, in verband met, in evenredigheid met, in verhouding tot, in het kader van, met het oog op enz.; - functie zijn van (naar fr. être fonction de ), (w.g.) afha...