Wat is de betekenis van fructus?

2024-04-27
Homeopathie encyclopedie

Ilse Dorren (1987)

Fructus

Het woord betekent vrucht zowel als vruchten. Ziet u dat op een middel staan, dan weet u in elk geval van wat voor plantedeel het is gemaakt. Zo is Crataegi oxyacanthae fructus vervaardigd van de vruchten van de tweestijlige meidoorn (Crataegus laevigata, met een wat gebruikelijker Grieks-Latijnse naam.)

2024-04-27
Agrarisch Encyclopedie

Veerman (1954)

Fructus

(pharm.) Vruchten, afkomstig van achter het woord F. nader aangeduide stamplant. Als geneesmiddel wordt dikwijls alleen de vruchtschil gebruikt, welke dan wordt aangeduid als b.v. Cortex fructus Citri (citroenschil). In andere gevallen de gedroogde, gehele vrucht (z. Drogerijen).

2024-04-27
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Fructŭs

ūs, m. 1. abstr., genot. 2. concr., opbrengst, voordeel, winst, vrucht, pecuniae, rente, Caes. | overdr., vrucht, genot, voordeel, gevolg.

2024-04-27
Latijns-Nederlandsch Lexicon

Stephanus Axters (1937)

FRUCTUS

Vrucht. Fructus generalis, Onbepaalde vrucht (MISOFEER). Fructus specialis, Bizondere vrucht, JANSSENS, DE H. EUCHARISTIE 163 (MISOFFER). Fructus specialissimus, Persoonlijke vrucht, JANSSENS, DE H. EUCHARISTIE 162 (MISOFFER). Fructus Spiritus Sancti, Vrucht van den Heiligen Geest, POTTERS II, 300 (MORAALTHEOLOGIE).

2024-04-27
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fructus

[Lat., vrucht], m., veel gebruikte aanduiding in namen voor geneesmiddelen van plantaardige oorsprong, b.v. — juniperi, d.w.z. vruchten van juniperus, jeneverbessen.

2024-04-27
Vivat's Geïllustreerde Encyclopedie

J. Kramer (1908)

Fructus

lat. vrucht.