fluitje van een cent
(1960) (inf.) een gemakkelijk karwei; een makkie. Hiermee vergelijkbaar is de Zuid-Nederlandse zegswijze 'dat gaat gelijk een fluitje (van een cent)': dat loopt gesmeerd, gaat van een leien dakje. Vgl. appeltje*-eitje; eitje*. • Voor de vaklui van de basis was het toen een fluitje van een cent. (Leeuwarder Courant, 03/06/1960) &bu...