Wat is de betekenis van Fluiteend?

2025-07-16
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fluiteend

v. (-en), smient (Anas penelope), komt hier alleen op de trek voor.

2025-07-16
Verklarend en etymologisch woordenboek van de Nederlandse vogelnamen

Klaas J. Eigenhuis (2004)

Fluiteend

(1) Oude N naam en lokaal ook nog volksnaam voor de Smient [Calkoen 1903]. Bij Albarda 1897 is "Fluiteenden" bovendien de naam voor het geslacht Mareca Steph. 1824, waartoe de Smient gerekend wordt. De oudste vermelding Fluit-Eend is in B&O 1822, maar Houttuyn 1763 (p.54) verwoordt: "In 't algemeen is de naam Fluitende Eend,...

2025-07-16
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

fluiteend

v. -en (smient; z. ald.).

2025-07-16
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Fluiteend

Smient. Spekeend, zwemeend u/h hooge N., m.korten, lichtblauw snavel.

2025-07-16
Oosthoek encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

Fluiteend

Fluiteend - of Smient, Mareca penelope, behoort tot de zwemeenden. In ons land wintergast, broedt in het hooge N. Men kan de F. gemakkelijk herkennen aan den korten, helderblauwen snavel en de loodkleurige pooten.

2025-07-16
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

fluiteend

v./m. (-en), zie boomeend.

2025-07-16
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2025)