fluctuatie
fluctuatie - Zelfstandignaamwoord 1. (meestal kleine) schommeling Woordherkomst Naamwoord van handeling van fluctueren met het achtervoegsel -atie
Wiktionary (2019)
fluctuatie - Zelfstandignaamwoord 1. (meestal kleine) schommeling Woordherkomst Naamwoord van handeling van fluctueren met het achtervoegsel -atie
Uitgeversmaatschappij A. Manteau N.V. (1954)
een golvende beweging, die men bij palpatie voelt en waaraan men dan de aanwezigheid van een vochtophoping kan vaststellen.
Van Dale Uitgevers (1950)
(<Fr.), v. (-s, ...tiën), het op- en neergaan, het schommelen, het optreden van kleine verschillen: na enige fluctuaties bleef de koers als gisteren.
Prof. Dr. P.H. van Laer (1949)
(Lat. fluctuátio =onrustige beweging, slingering; fluctuáre = golven, heen en weer slingeren; flúctus = golving, golf). Schommeling, afwijking van een gemiddelde waarde.
Winkler Prins (1949)
letterlijk golving. In de economie noemt men F. de stijging en daling van goederenprijzen en koersen van effecten.
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: