Wat is de betekenis van Flitsen?

flitsen - Werkwoord 1. een flits veroorzaken, maken of gebruiken ♢ Om in het donker foto's te kunnen maken moet je flitsen. 2. auto's fotograferen die te snel rijden om een boete te kunnen geven ♢ Mijn dochter en ik zijn tweemaal geflitst in Nijmegen....

flitsen - regelmatig werkwoord uitspraak: flit-sen 1. fel en kort licht geven ♢ de lamp flitste aan en uit 2. heel snel bewegen ♢ de auto flitste voorbij 3. met...

Flitsen - het door de politie fotograferen van snelheidsovertreders. Elk half uur, en als het moet nog frequenter, meldt de discjockey van dienst met een opgewonden toontje waar de politie aan het flitsen is. Trouw, 08-05-98

flitsen - Korte, dikke pijlen die zijn ontworpen om met kruisbogen te worden afgeschoten, met veren en een kop die verschillende vormen kan hebben maar vaak vierkant of stomp is.

v., pyl(k)je.

...

(flitste, is en heeft geflitst), 1. zich snel, als een pijl voortbewegen, schieten; meest fig. van gedachten en gevoelens; 2. (w. g.) stralen schieten.

flitste, h., i. geflitst (zich snel bewegen als de bliksem); van gedachten: daar flitste de gedachte door mijn hoofd.

(flitste, heeft geflitst), I. (onoverg.) zich snel, als een pijl voortbewegen, schieten; meest. fig. van gedachten en gevoelens; oneig. van schijnsels en gezichten; II. (overg.) met een flitslamp fotograferen.