Wat is de betekenis van flitsend?

2024-04-23
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

flitsend

(1975) (jeugd) eigentijds; hip; modern. • Weer nieuwe pil. Ontzettend flitsend. (C. B. Vaandrager: De Hef. 1975) • Flitsend: modern: een - kostuum. (Ad van Gaalen en Frans van den Mosselaar: Kèk mè nâh. Plat & bekakt Haags. 1985) • Flitsend: modern: een - kostuum. (Jan Oudenaarden: De terugkeer van O...

2024-04-23
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flitsend

flitsend - Werkwoord 1. onvoltooid deelwoord vanflitsen flitsend - Bijvoeglijk naamwoord 1. buitengewoon aantrekkelijk uitgevoerd, vlot en opvallend - Moss had zijn live-doorbraak in 2010 op Lowlands, waar vooral het nummer I Apologise (Dear Simon) iets teweeg bracht. Een nieuwe tour brengt z...

2024-04-23
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

flitsend

flitsend - bijvoeglijk naamwoord uitspraak: flit-send 1. spetterend en afwisselend ♢ de band verzorgde een flitsend optreden 2. snel en modern ♢ Danny reed in een flitsende nieuwe auto ...

2024-04-23
Prisma Groot Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)

2024-04-23
Prisma Woordenboek Nederlands

Unieboek | Het Spectrum (2024)