Wat is de betekenis van Flikken?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

flikken

1) 19e eeuw) (inf.) uitspoken; uitvoeren; lappen; leveren. Het WNT citeert Conscience. • Wat komt die drager van dat buitenlands paspoort flikken in Holland? (Jan Cremer: Logboek. 1978) • De leraar waarschuwde Piet dat geen tweede keer te flikken. (Forum der Letteren. Jaargang 1983) • “Wat flik jij daar?” vraagt Die Ene...

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

flikken

flikken - Werkwoord * (ov) 2. (informeel) handig klaarspelen 3. (pejoratief) lappen, leveren flikken - Zelfstandignaamwoord 1. meervoud van het zelfstandig naamwoord flik Synoniemen boeten (van visnetten) , lappen, oplappen, stoppen, verstellen

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

flikken

flikken - regelmatig werkwoord uitspraak: flik-ken 1. handig en op een onplezierige manier voor elkaar krijgen ♢ hij heeft het weer geflikt hoor! 1. dat moet je me niet meer flikken [dat moet je ni...

2024-04-26
Jargon & Slang van Wielrenners

Marc De Coster (2017)

Flikken

Flikken - de tegenstander(s) op een slinkse manier benadelen, foppen, meestal door een belofte niet na te komen; bij de dopingcontrole urinestralen vervangen; een renner van de weg drukken. Merckx heeft altijd volgehouden dat hij 'geflikt' was... - Benjo Maso, Het zweet der goden (1990) ​

2024-04-26
Mokums woordenboek

Ditte Simons en Hans Heestermans (2014)

flikken

(< Hd. flicken, oplappen), 1. oplappen, maken: Het flikken van Jantje z’n schoenen, BAKKER1 86; 2. vleien: ‘Jaantje met haar mooie kuitè-è-è!’, flikt die gekreukelde olmse; ze heeft kinnezinne, omdat ze zelf geen aansloes meer kan krijgen, SMIS2 88; 3. vals spelen (met kaarten): LUITZEN 69. Omdèt d&...

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

flikken

(flikte, geflikt) - iemand flikken, in de val lokken, een loer draaien. Erwin Vervecken: ‘Ik kon ook niet achter hem door naar links manoeuvreren, want daar zat handig zijn ploegmaat xxx. Ik voel me toch wat geflikt. Het was iets . Vandaar dat ik onmiddellijk een klacht indiende.’ - DS, 14-01-2002.

2024-04-26
Woordenboek van Neologismen

Marc de Coster (1999)

Flikken

Flikken - in de (wieler)sport: een tegenstander benadelen, bedonderen, bijvoorbeeld door een gedane belofte niet na te komen of door tijdens een dopingcontrole urinezakjes te vervangen, zodat de ‘geflikte’ renner positief wordt bevonden. Pejoratief. Jan Janssen in Sport International over zijn Tourzege 1968, waarover Herman Vanspringel zegt: ik voe...

2024-04-26
Erotisch woordenboek

Hans Heestermans (1977)

flikken

flikken - een vrouw ‘beslapen’. Waarschijnlijk ontleend aan hd. flicken, mog. is ook de ontwikkeling uit de bet. ‘slaan’ die flikken in ’t oosten van Ned. heeft (vgl. dan ook neuken, bonzen). Tedia en flickt Cluvia, noch Flora Catulla niet. Maar Hippo vleydt sich als een Wijf onder Jongelingen, VALENTIJN, JUven. 16 [16...

Wil je toegang tot alle 19 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Flikken

v., flikke.