Flep
I. v. (-pen), 1. (veroud.) soort van vrouwenhoofddoek; 2. driehoekig kinderhoofddoekje onder het mutsje; ook fleb, flebbe en flab genoemd; 3. (dievent.) brief; kaart; getuigschrift; linke flep, valse papieren ; — een blauwe flep, een briefje van tien (enz.). II. m., in aan de flep zijn, aan de drank.