Wat is de betekenis van flepperd?

2025-07-17
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

flepperd

(1968) (Barg.) geile vrouw; prostituée; hoerenmadam. Vgl. flepkous*. Kijk ook onder fleppen (2)*. • Daar trippelde ik met die Franse flepperd mee naar een grote kamer. (Haring Arie: Een leven aan de Amsterdamse zelfkant. 1968) • En toen ik eens een keer flink lazerus was geworden ging ik met die ouwe flepperd naar het...

2025-07-17
Scheldwoordenboek

Marc de Coster (2007)

flepperd

(Bargoens) (meestal voorafgegaan door ouwe) prostituee; geile vrouw. Tegelijk begint die ouwe flepperd te rammen en te rossen op m’n rug. (Haring Arie, Tweede Boek, 1969)

Gerelateerde zoekopdrachten