flep
1) (1844) (Barg.) getuigschrift; brief. • Wij zenden u deze flep, om u te doen lenzen, dat gij niet de eenigste goocheme vrijer in de marwiger taal zijt; wij zouden u haast voor een wiedensche knul aanzien... (Algemeene Konst- en Letterbode. II. 1844) • Flep, brief. (Onze Volkstaal. Deel 3. 1885. Alphabetische Woordenlijst van h...