flatus
flatus - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) het ontsnappen van opgehoopte gassen; wind ♢ In het Latijn is het meervoud geen flati, maar goed.
Wiktionary (2019)
flatus - Zelfstandignaamwoord 1. (medisch) het ontsnappen van opgehoopte gassen; wind ♢ In het Latijn is het meervoud geen flati, maar goed.
Marc de Coster (2004)
Medisch eufemisme voor ‘wind, scheet’. Uit het Latijn. Reeds bij Kiliaan (Etymologicum teutonicae lingae. 1599). Toch komt er uit een onderzoek dat het Beatrixziekenhuis deed naar voren dat het aantal flatussen (jargon voor scheten) en boeren bij de mannen op een gemengde kamer afnam. Trouw, 09-08-96 Verder bedraagt onze lichaamsgasproduct...
Dr. J.F.L. Montijn (1949)
ūs, m. 1. het blazen (van de wind), fig., prospero flatu fortunae uti, Cic.; het snuiven (van paarden); het blazen (op de fluit). | poët. overdr., hoogmoed (gewl. plur.). 2. meton., luchtstroom, wind; adem.
E. de Bruyne, G.B.J. Hiltermann en H.R. Hoetink (1947)
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: