Felix, qui potuit rerum cognoscere causas
(Lat.), gelukkig hij, die de oorzaken (het wezen) der dingen, de noodwendige onderlinge samenhang van alles, heeft leren inzien (Virg., Georgica 2, 490).
Van Dale Uitgevers (1950)
(Lat.), gelukkig hij, die de oorzaken (het wezen) der dingen, de noodwendige onderlinge samenhang van alles, heeft leren inzien (Virg., Georgica 2, 490).
J.H. de Ruijter (1940)
Gelukkig hij, die de oorzaken (het wezen) der dingen (den noodwendigen onderlingen samenhang van alles) heeft leeren inzien. VERGILIUS, Georgica 2, 490.
Grasduin in meer dan 507 woordenboeken en encyclopedieën. Krijg toegang tot maar liefst 2.316.291 begrippen, 37.599 spreekwoorden en 78.030 synoniemen.
Word nu vriend van Ensie!
Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)
Felix, qui pótuit rerum cognóscere causas - (Lat.) = Gelukkig is, wie in staat was de oorzaken der dingen te leeren kennen. Vergilius’ Georgica 2. 490.
Gerelateerde zoekopdrachten
Log hier in om direct te kunnen beginnen met schrijven.
Wil je dit begrip toevoegen aan je favorieten? Word dan snel vriend van Ensie en geniet van alle voordelen: