Wat is de betekenis van Façon?

2024-04-28
Woordenboek vreemde woorden

A. Kolsteren en Ewoud Sanders (1994)

Façon

[Fr., van Lat. factio = het doen, handelingen, van facere = doen] 1. wijze van doen, manier; 2. vorm, vóórkomen, fatsoen; c'est une façon de parler, bij wijze van spreken; sans façon, zonder complimenten, zonder plichtpleging.

2024-04-28
Vreemd Nederlands

Jan Meulendijks (1993)

Façon

manier; fatsoen

2024-04-28
De vreemde woorden

Fokko Bos, Dr. O. Noordenbos (1955)

Façon

manier, vorm, fatsoen; sans façon (s) : zonder omslag, zonder plichtplegingen.

2024-04-28
Frans woordenboek (FR-NL)

Dr. F.P.H. Prick van Wely (1952)

Façon

werk, bewerking [v. grond]; maaksel, vorm, snit; maakloon; schijn, soort; manier (van doen), (handel)wijze; vóórkomen, uiterlijk; façons, complimenten, plichtplegingen; avoir bonne façon, er goed uitzien; c'est une façon de parler, bij wijze van spreken; de sa façon, van hem; de telle façon, in...

2024-04-28
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Façon

(Fr.), o. (-s), manier; — vorm, voorkomen, fatsoen ; —sane façon, zonder complimenten, omslag.

2024-04-28
Kramers woordentolk

Jacon Kramers Jz (1948)

façon

(Fr.) v. manier; vorm, fatsoen; maakloon; ~s, plichtplegingen; ~ de parler, manier van zeggen; sans ~s, zonder omslag, zonder plichtplegingen of complimenten, alsof men thuis was (is).

2024-04-28
Verklarend handwoordenboek der Nederlandse taal

M. J. Koenen's (1937)

façon

o. façons (Fr. [Lat. factio = het doen]: manier; vorm, fatsoen): sans façon, zonder omslag, complimenten, familiair.

2024-04-28
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

façon

(fa'son) o. (-s) [Fr. < Lat. facere, doen] 1. manier, vorm, plichtpleging. 2. omslag, komplimenten. →: sans façon.

Wil je toegang tot alle 13 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-28
Oosthoek Encyclopedie

Oosthoek's Uitgevers Mij. N.V (1916-1925)

façon

[Fr.], o. (-s), manier; vorm, voorkomen, fatsoen; sans —, zonder complimenten, zonder omslag.