Wat is de betekenis van Fabricius?

2024-04-29
Nederlandse Voornamenbank

Meertens Instituut (2020)

Fabricius

Van Lat. Faber 'kunstig, meesterlijk'. Naam van een Romeinse gens (dit is geslacht, familie).

2024-04-29
Voornamenboek

Dr. Johannes van der Schaar (1964)

Fabricius

m Van Lat. Faber 'kunstig, meesterlijk’. Naam van een Romeinse gens (dit is geslacht, familie).

2024-04-29
Groot woordenboek der Nederlandse taal

Van Dale Uitgevers (1950)

Fabricius

Rom. staatsman, consul en gezant naar koning Pyrrhus van Epi'rus, na de slag bij Heracle'a (280); bij Cicero e.a. zeer geprezen om zijn wijsheid en vrijwillige armoede.

2024-04-29
Woordenboek Nederlands -Latijn

Dr. J.F.L. Montijn (1949)

Făbrĭcius

naam van een Romeinse gens; adi., Fabricisch, pons, die het eiland van Aesculapius met de stad verbindt, Hor., tegenw., Ponte di quattro capi. Daarv. Făbrĭcĭānus, Fabriciaans, van Fabricius

2024-04-29
De Kleine Winkler Prins

Winkler Prins (1949)

Fabricius

Jan (1871), Ned. schrijver vnl. van in Ned. O.-Indië spelende toneelstukken. Johan (1899), Ned. schrijver, oorlogscorrespondent in W.Ô. II, auteur o.a. van Komedianten trokken voorbij. Johan Albert (1668-1736), Duits geleerde en bibliograaf. Bewoog zich op schier elk gebied der wetenschap; liet 128 werken na, waaronder Bibliotheca Graec...

2024-04-29
Encyclopedie voor Iedereen

John Kooy (1933)

Fabricius

1) J. (1587/± 1615), Duitsch sterrenkundige, mede-ontdekker v/d zonnevlekken e/d aswenteling der zon; 2) J., *1871 Ned. letterkundige, later tooneelschrijver; 3) J., *1896, Ned. romanschrijver, zoon v. 1).

2024-04-29
Katholieke Encyclopaedie

Uitgeverij Joost van den Vondel (1933-1939)

Fabricius

Fabricius, - Caius, bijgenaamd Luscinus (hetgeen op een ooggebrek wijst), type van ouderwetsch Romeinschen zielenadel. Consul 282 v. Chr. Censor 277. Vooral bekend door zijn kloek optreden tegen koning Pyrrhus. Een moraliseerende geschiedschrijving weet te verhalen, dat deze koning hem zoowel door geschenken van enorme waarde als door bedreigingen...

2024-04-29
Modern Woordenboek

Jozef Verschueren (1930)

Fabricius

(fa'bri:sius) 1. (Johann Christian) Deens dierkundige, ° 1743, ✝ 1808; deelde o. a. de insekten in verschillende klassen in. 2. (Jan) Nederlands schrijver. ° 30 sept. 1871 te Assen, vertoefde veertien jaar in Nederlands-Oost-Indië en schreef o. a. toneelstukken die daar spelen. 3. (Johan) Nederlands romanschrijver, ° 25 aug....

Wil je toegang tot alle 12 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-29
Klassiek handwoordenboekje

M.J Koenen en dr. Van Anrooy (1920)

Fabricius

consul en gezant naar koning Pyrrhus van Epirus, na den slag bij Heraclea (280); in 278 zond hij genoemden koning den lijfarts terug, die aanbood zijn meester te vergiftigen.