Wat is de betekenis van extrapoleren?

extrapoleren - Werkwoord 1. (wiskunde) uit bekende termen van een reeks (een benadering van) daarbuiten gelegen termen berekenen 2. doorberekenen 3. ervaringsgegevens toepassen op een ander gebied ♢ niets is zo gevaarlijk als ontoelaatbaar extrapoleren Woordherkomst afgeleid van het...

(v. Lat. extra- = buiten-; zie verder interpoleren] lett.: 'buitenlassen', tegenover inlassen; 1. (wisk.) uit bekende termen van een reeks, termen buiten de grenzen van die reeks berekenen (bijv. door de grafiek van die reeks buiten de limieten door te trekken); 2. (fig.) iets buiten de oorspronke...

uit een reeks bekende termen de daar buiten gelegen termen berekenen (wisk.)

en interpoleren zijn tegenstellingen. In beide gevallen wordt op grond van vastgestelde gegevens zo nauwkeurig mogelijk een niet vastgesteld gegeven geschat. Bij interpoleren ligt het geschatte gegeven binnen de reeks vastgestelde gegevens en bij e. daarbuiten. Een door extrapolatie bepaald gegeven is daardoor i.h.a. minder betrouwbaar dan een scha...

(→ extra-; gevormd naar analogie van interpoleren). De geldigheid van een wet of van een experimenteel gevonden betrekking uitstrekken buiten het onderzochte gebied (en met behulp daarvan de grootheden in dat gebied berekenen).

(< Lat. extra = buiten). Gevormd naar analogie van → interpoleren.

(extrapoleerde, heeft geëxtrapoleerd), het bepalen van de waarden van een reeks buiten het gebied waar deze gegeven is uit de bekende waarden; ook fig. Extrapoleren kan op grafische of rekenkundige wijze geschieden. Bij de grafische methode wordt door twee of meer bekende waarden van de reeks met de hand een curve getrokken; door deze curve d...

...

...